Deze sessie is in het Nederlands. 🇳🇱

De bibliotheek als publieke ruimte

Wat betekent het om naast fysieke publieke ruimte ook een online publieke ruimte te zijn als openbare, universitaire of koninklijke bibliotheek? 

De onderwerpen van deze rondetafelsessie:

  • Welke initiatieven zijn er al binnen jullie (bibliotheek)organisaties die het delen waard zijn binnen deze groep? 
  • Welke obstakels kom je tegen bij het online aanbieden van een publieke ruimte voor je gebruikers/gasten/abonnees?
  • Welke oplossingen zijn er te bedenken? Qua tools, qua richtlijnen, standaardisering en inkoop, qua interactie, qua gebruikersgemak? 
  • Wat is de behoefte van bibliotheken (binnen het PublicSpaces vraagstuk)?
  • Wat zou je zelf verder nog willen bespreken, wat mis je of wat hoop je te vinden? Dekt ‘Bibliotheek als publieke ruimte’ de lading van dit gesprek?

Moderator

Paulien Dresscher

Tafelgasten

Recap

De bibliotheek is bij uitstek een metafoor voor een publieke ruimte: het is een plek voor kennisdeling en ontmoeting, zonder achterliggende en verhulde commerciële belangen.
Dit gesprek was een eerste aanzet van een groter gesprek over wat de kansen en uitdagingen zijn van de Nederlandse bibliotheken in relatie tot een online publieke ruimte. Wat gebeurt er al, wat is al in ontwikkeling, waar kan op ingehaakt worden en waar liggen de mogelijkheden tot samenwerking?

Aangeschoven zijn: Ruud Yap, CTO bij de OBA. De OBA maakt al gebruik van Publicroam, ziet de bibliotheek als experimenteerruimte voor ‘public proof’ toepassingen en werkt met maakplaatsen aan educatieve programma’s. Ook Ted Dinklo, de initiatiefnemer van Publicroam is aanwezig. Publicroam is een initiatief dat gebaseerd is op Eduroam, waarbij veilig en automatisch toegang tot internet verzorgd wordt. Ronald Huizer, Koninklijke Bibliotheek (KB), is al zo’n 2 jaar betrokken bij PublicSpaces. Bibliotheken zijn onderdeel van de publieke ruimte. De publieke waarden vormgeven is lastig, en deze uitdaging willen ze graag samen oppakken. Sander van Kempen, ook KB, helpt het bibliotheekstelsel als geheel sterker te maken door bijvoorbeeld bewustzijn te creëren rondom PublicSpaces (PS) maar ook Publicroam. Jantien Bosboom, werkzaam bij het Digilab van Bibliotheek LocHal Noord Brabant. Zij zorgt ervoor dat mensen kennis kunnen maken met nieuwe media en nieuwe technologie en aspecten als databewustzijn en privacy. Met Kenniscloud werkt ze met lokale gemeenschappen zowel fysiek als online. Hay Kranen is webontwikkelaar en vrijwilliger bij Wikipedia en was in het verleden Wikipedian in Residence bij de KB. Wikipedia ziet hij als een public space, misschien wel de enige echte plek zonder advertenties en zonder trackers op het internet.

Het gesprek had als doel om te onderzoeken wat de kansen en uitdagingen zijn van bibliotheken op online en offline gebied. Het is duidelijk dat er grotere partijen zijn, zoals de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA), de Koninklijke Bibliotheek (KB) en LocHal die al allerlei initiatieven en projecten in ontwikkeling hebben, en dat het zinvol is de bevindingen hieromtrent te delen. Vragen als ‘hoe vind en betrek ik mijn publiek’, of ‘zijn er al initiatieven in ontwikkeling om elkaar online te ontmoeten buiten de grotere sociale media platformen om’, kunnen gezamenlijk beantwoord worden.

Ook een gemeenschappelijke checklist voor bibliotheken, waarbij ze eenvoudig kunnen kijken of de tools die ze gebruiken voldoen aan de waarden van PublicSpaces zou waardevol kunnen zijn. Verder blijkt dat veel bibliotheken vooral lokaal geworteld zijn, en minder aangesloten op elkaar. Daarbij komt dat vooral de bibliotheken in de grotere steden een rijker netwerk hebben, omdat er toch al meer ontwikkeld wordt op het digitale gebied. Ook de kennis uit dit netwerk kan door de grotere partijen gedeeld worden met de kleinere bibliotheken, die minder vindkracht en kennis hebben.

Een ander onderwerp dat een paar keer terugkwam is de noodzaak van het ontwikkelen van alternatieven, en de problemen die hieraan kleven. Het is duidelijk dat er alternatieven nodig zijn voor bestaande commerciële tools, alleen de werkelijkheid is dat deze, vaak Open Source, oplossingen minder gebruiksvriendelijk zijn. Hier zou ook een rol in kunnen liggen voor bibliotheken: het informeren van het publiek over de voor- maar dus ook de nadelen van dit soort tools en ook op dit niveau mediawijsheid aanbieden.

Een ander belangrijk punt dat langskwam was mediawijsheid in het algemeen. Ten eerste binnen de eigen organisaties, maar daarna ook naar buiten toe, het bredere publiek. Hier is een mooie taak weggelegd voor de bibliotheken, ze hebben toch al een groot bereik. Aan de ene kant moet je zelf goede alternatieven bieden, maar je kunt mensen ook leiden in het maken van betere keuzen: digitale geletterdheid is iets waar bibliotheken mee bezig zijn. Een idee is geopperd om met Boekstart als uitgangspunt een Digitale Start te ontwikkelen, een pakket voor kinderen (en hun ouders) waarbij wegwijs gemaakt wordt in het online bestaan van het kind. Een onderwerp als Sharenting (ouders die foto’s delen van hun kinderen online zonder toestemming) zou ook besproken kunnen worden, door middel van (digitale) bijeenkomsten waarbij ouders kunnen meepraten.

Wel werd duidelijk dat het goed is om naast het werken aan bewustzijn, de organisaties zelf ook verantwoorde alternatieven zouden moeten aanbieden, al is dit niet altijd mogelijk. We zitten in een transitie. We praten over bijvoorbeeld privacy, hoe zich dit zich technisch laat vertalen, maar ook dat het niet gaat om die 100% score. Dat is nu nog onhaalbaar, maar je kunt je wel afvragen wat de ingrediënten zijn van de diensten die je gebruikt.

Belangrijkste bevinding van deze tafel: het is nodig om een kantelpunt te creëren, waarbij de grotere partijen de kleinere kunnen meenemen om als een olievlek kennis te laten verspreiden. Een voorbeeld hiervan kan zijn om richtlijnen op te stellen voor een digitaal verstandig inkooptraject: waar moet je op letten. Op deze manier maak je impact.

Een ander idee dat op tafel kwam was om een manifest te ontwikkelen voor de gehele bibliothekensector. Dit zou onderdeel kunnen worden van het Bibliotheek convenant en de Netwerkagenda. Hierin kunnen dan onderwerpen op zowel landelijk als lokaal niveau een plek krijgen. In de praktijk kan dit betekenen: het delen van ervaring maar ook van instrumentarium. Belangrijk hierbij is om dingen te ontwikkelen waarbij aan de voorkant ingebakken zit dat ze herbruikbaar en schaalbaar zijn, zonder dat dit onderdeel is van het verdienmodel.

Kortom, het is tijd voor een gemeenschappelijke digitale agenda.
Gezamenlijk aanvliegen van:
1. Vergroten bewustzijn
2. Alternatieven, waarbij het delen van ervaring en kennis cruciaal is en gemeenschappelijk bereik ingezet wordt als kracht.

Evenement tijdschema's (1)

Matchmaking table 5
-
🇳🇱