Met de Digitale Hersenspoeling workshop zetten we organisaties aan het denken: welke software en tools gebruiken we eigenlijk en hoe waardegedreven zijn die? In mei was Vilans aan de beurt; partner van PublicSpaces en kennisorganisatie voor zorg en ondersteuning. De organisatie maakte al stappen in het gebruik van ethische software. Zo gebruiken ze nu Matomo in plaats van Google Analytics en zijn ze gestopt met adverteren via Meta. Collega’s van verschillende afdelingen binnen de organisatie gingen verder het gesprek aan. We kijken terug op de workshop met Arne Dijkstra, online specialist, en Wieke Everts, communicatieadviseur en projectleider.
Hey, Arne en Wieke! Wat vonden jullie van de workshop?
Arne: Ik vond het heel leerzaam. Ik had collega’s uitgenodigd van wie ik niet wist hoe zij erin stonden. Doelen van bepaalde afdelingen zoals Communicatie en Online lijken namelijk soms lijnrecht tegenover de waarden te staan van PublicSpaces. Het kan soms wel eens schuren, maar eigenlijk viel dat mee tijdens de workshop. Er ontstonden goede inhoudelijke discussies en het was leuk om erachter te komen hoe mensen erin staan. We hadden het collectieve idee dat iedereen deze onderwerpen belangrijk vindt, maar dat er te weinig aandacht is om deze waarden na te streven. Er moet dan toch, zoals vaak het geval is, een drijfveer van buitenaf komen om te veranderen. Denk bijvoorbeeld aan toegankelijkheidseisen; daar willen we aan voldoen want het is een wettelijke verplichting en wij vinden het belangrijk dat de toegankelijkheid van onze kennispleinen voor alle bezoekers op orde is. Een andere externe impuls is dat we ons hebben aangesloten bij PublicSpaces, wat we serieus nemen. Met de Hersenspoeling kun je hier al goed mee aan de slag.
Wieke: Ik vond het ook zinvol om deze workshop te volgen en om eens goed met elkaar stil te staan bij wat er komt kijken als je online adverteert en hoe het dan zit met de opslag van data en privacy. Dat waren wel echt eye openers voor mij.
“De impact van adverteren op Meta-kanalen was veel groter dan ik me realiseerde.”
Waren er collega’s die hier voor de workshop eigenlijk nog niet zo heel veel over nadachten of het belang er nog niet zo van inzagen?
Arne: Ja, maar dat gold zelfs voor mij. We behandelden bijvoorbeeld de vragen ‘Maakt het [de software] gebruik van misleiding om het doel te behalen?’ en ‘Hoe kun je het misbruiken?’ Dit zijn interessante vragen die je niet zo snel als medewerker of organisatie onderzoekt. Het zijn basale kwesties waarvan je snel denkt: als het echt zo erg is, dan is het vast illegaal. Terwijl de waarden waar we ons aan hebben gecommitteerd eigenlijk onafhankelijk moeten zijn van of iets mag of niet. Het gaat om of je iets wil of niet.
Wieke: Ik sluit mij hierbij aan. De impact van adverteren op Meta-kanalen was veel groter dan ik me realiseerde. Het kwam nu echt binnen.
Welke software tools hebben jullie gekozen om te bespreken?
Arne: We hadden hele grote plannen, maar we kwamen niet verder dan de classic Meta platforms. En heel kort over het CMS waarmee we werken. En een grote data-tool: Power BI.
Wat hebben jullie geleerd over deze tools? Zijn er nieuwe inzichten opgedaan?
Arne: Ja, vooral door de bevlogen debatleider die scherp kon beschrijven wat er kan gebeuren met persoonlijke gegevens. We gebruiken toch vaak snel weer nieuwe tools waarmee we ongewild gegevens weggeven, omdat het voor gebruikers onduidelijk en lastig te achterhalen is hoe er met de data wordt omgegaan.
Hoe zit dat met de gegevens van jullie publiek?
Arne: Ook daarin hebben wij een belangrijke rol, namelijk bij het verspreiden van veilige kennis. Als wij bijvoorbeeld een app benoemen, die professionals in de langdurende zorg kan helpen, moeten we niet alleen naar de toegevoegde waarde van die app kijken, maar ook naar wat deze app doet met bijvoorbeeld de data van gebruikers.
Zagen jullie een verschil tussen verschillende afdelingen van jullie organisatie in het denken tijdens de workshop?
Arne: Ja, iemand van juridische zaken hamert er steeds op als het om social media gaat dat de profielen op basis waarvan je bepaalde advertenties te zien krijgt, eigenlijk gewoon aangemaakt zijn op basis van jouw online gedrag zonder dat je ervan afweet. Daarom zijn we van adverteren op Meta afgestapt.
Projectleiders moeten met opdrachtgevers afspraken maken zoals een bepaald bereik met een campagne of een project. Dat soort doelen zijn misschien aan herziening toe, want wat zegt bereik tegenwoordig nog? Debatleider Björn zei ook: wie controleert of dat bereik klopt? Wij gaan er maar klakkeloos vanuit dat het wel zal kloppen.
Wieke: Bereik zegt natuurlijk wel wat, bijvoorbeeld als het gaat om naamsbekendheid of als je je boodschap breed wilt verspreiden. Maar je wilt natuurlijk wel dat je een kwalitatief goed bereik hebt en dat je mensen op de goede manier bereikt. Dat lukt niet als je bijvoorbeeld adverteert op Facebook, dan werk je eigenlijk mee aan het opbouwen van allerlei profielen over mensen zonder dat je dat goed door hebt. Maar het vinden van goede (on- of offline) alternatieven is nog niet zo eenvoudig, daar moeten we nu wel actief over nadenken willen we onze doelen kunnen behalen en onze kennis goed kunnen verspreiden.
Leeft de workshop en de besproken materie nu nog langer door binnen de organisatie?
Arne: Jazeker. Ik heb het al gehad over een eventueel vervolg. We hebben de kaarten van de workshop waarmee we zelf aan de slag kunnen, al was het fijn om een extern persoon te hebben om je door het proces heen te begeleiden. Het werkte goed. Je kwam op zaken waar je niet direct over nadenkt, maar waar je wel wat mee moet.
In het najaar zullen we ook de Spoelkeuken erbij gaan pakken. Dat is misschien wel één van de praktische uitwerkingen van de Hersenspoeling. We willen die metingen meenemen in het toolkeuzeproces in de toekomst zodat je daar vooraf rekening mee hebt gehouden.
Klinkt goed! Op communicatiegebied gebied lijkt het me lastig door de eisen vanuit opdrachtgevers?
Arne: Op dat gebied is het lastiger, ja. Maar er is wel een rol voor ons weggelegd als we projecten aannemen. We kunnen bijvoorbeeld andere mogelijke doelen bespreken in een voorproces. We vinden het dan misschien belangrijker dat het congres vol komt. Of meer interactie op onze online kennis. Je kunt op allerlei manieren succes meten.
Wieke: Het blijft natuurlijk wel een wens om bijvoorbeeld voor grote evenementen voldoende mensen te werven. Daarbij moeten we creatief te werk gaan. We vliegen dit soort evenementen steeds vaker inhoudelijk aan of bouwen zelf een goed bereik op via kanalen als LinkedIn en starten dan de werving. En we proberen dus naar andere manieren te zoeken om mensen gericht en zo persoonlijk mogelijk te bereiken, maar dat dat nog een hele puzzel is mag duidelijk zijn. Het is wel een puzzel die de moeite waard is, want het alternatief (Meta) is echt géén optie meer.