Politieke aandacht voor digitalisering is noodzakelijk – aldus kandidaten

Een terugblik op het verkiezingsdebat 'Onze Digitale Samenleving'

Foto: Bas de Meijer

Vorige week vond tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven het verkiezingsdebat Onze digitale samenleving plaats. Het debat werd geleid door Martijn de Greve en aan tafel zaten Barbara Kathmann (GroenLinksPvdA), Martijn Buijsse (VVD), Hemin Hawezy (CDA), Nathalie van Berkel (D66) en Joost van der Sluis (SP). Aan de hand van stellingen van het platform stemmenuitdesamenleving.nl discussieerden zij over de macht van Big Tech, en tools als AI en algoritmes.

Dat een digitaliseringsdebat nodig is, is ondertussen wel duidelijk. Digitale kennis sijpelt de Tweede Kamer uit en politici op dit thema staan dit jaar lager op de kiezerslijst als gevolg van de zogenaamde ‘Digitale Bermudadriehoek in Den Haag’. ‘Politieke zelfmoord’, noemt Barbara Kathmann het kiezen voor een digitaliseringsagenda tijdens de eerste minuten van het debat.

De toon van het debat was dan ook eensluidend bezorgd: digitalisering verdient veel meer politieke aandacht dan het nu krijgt. Meerdere deelnemers constateerden dat wie zich met digitale zaken bezighoudt daar niet mee wordt beloond in de verkiezingen; Buijsse merkte droogjes op dat veel Kamerleden uit de commissie Digitale Zaken op de kieslijst zijn teruggezakt. Van Berkel voegde toe dat digitalisering vaak te technisch overkomt, terwijl algoritmes al diep in het dagelijkse leven van mensen doorwerken.

Ook de Trouw schreef over het debat

Lees het terug

Foto: Bas de Meijer

Big Tech

Big Tech domineerde het eerste blok. Alle partijen uitten zorgen over de enorme marktmacht van de grote platforms en hun onbereikbaarheid voor verantwoording. Kathmann was onverbiddelijk: de platforms zijn de enigen die echt iets kunnen doen tegen verkiezingsbeïnvloeding, maar “komen er zelfs niet op af” wanneer ze worden uitgenodigd om in gesprek te gaan. Van der Sluis pleitte voor harde ingrepen in het verdienmodel van de platforms door middel van regels en grenzen stellen: “Zolang bedrijven geld kunnen blijven verdienen, zullen ze niet veranderen.” Hij noemt bijvoorbeeld open standaarden als oplossing. Ook betoogde hij dat er te weinig durf is pijn te nemen en er steeds weer voor grote spelers als Microsoft wordt gekozen, terwijl er alternatieven mogelijk zijn. Een Belastingdienst die op Microsoft overgaat, kan niet meer, stelde hij: “Je moet tijdelijk een mindere oplossing hebben, daarna volgt innovatie.” Buijsse en Hawezy benadrukten beide die noodzaak van alternatieven: Buijsse riep op afhankelijkheid af te bouwen en Europese opties te versterken; Hawezy pleitte voor meer digitale autonomie via Europese alternatieven. Van Berkel signaleerde dat de overheid achterloopt en stelde dat die overheid “launching customer” moet kunnen zijn, en dat ingrijpen in marktwerking bespreekbaar moet zijn zonder meteen marktwerking te verwerpen. Ook riep ze op tot concrete steun aan uitvoeringsorganisaties: als politiek zou je kunnen eisen dat uitvoerende diensten geen gebruik meer maken van bepaalde leveranciers, maar daar hoort regelgeving en financiering bij. Kathmann sloot aan met de oproep om zowel op Europees niveau te handelen als nationaal zelf meer te doen.

Via stemmenuitdesamenleving.nl werd ook de mening van deelnemers van de poll gepeild. Hier bleek dat ook deze mensen achter een Europese werkwijze staan met Europese alternatieven voor Big Tech. Uit een groep van 316 stemmers, vond 93% van de mensen die stemmen dat overheidsdata alleen op Europese servers mag worden gehost. Ook vond 95% van 303 stemmers dat het belangrijk is dat Europa investeert in Europese alternatieven voor grote technologie zoals coulddiensten en sociale media. 79% van 320 stemmen vond dat grote diensten als cloud, sociale media en AI onder publiek beheer moeten komen.

AI & algoritmes

Het blok over AI liet verschillende gezichtspunten zien. Van Berkel benadrukte dat het maatschappelijke debat is verschoven naar online, maar dat opruiende algoritmes aldaar het debat in de weg staan. Als overheid moet je organiseren dat dat op een andere plek kan; de overheid moet bijvoorbeeld een eigen kanaal hebben, zonder desinformatie. Ook benadrukte ze de morele taak van de overheid, specifiek in het licht van de mensen in de meest kwetsbare posities die vaak de dupe zijn van AI-gebruik. Buijsse wees op kansen: AI kan een efficiëntere overheid opleveren en vraagt samenwerking met bedrijven. Daarnaast ziet hij hierin een oplossing voor de krappe arbeidsmarkt. Een eigen overheidskanaal zag hij niet voor zich – hij wil ruimte voor private initiatieven. Kathmann pleitte voor stevige regelgeving — zelfs verboden op bepaalde algoritmes waar nodig — en riep op tot Europese coalities of een “coalition of the willing” als Europa faalt. En ook zij benadrukte dat we “geen spelletjes moeten spelen met mensenrechten, ook niet bij technologie”. Hawezy legde de klemtoon op zorgvuldig gebruik en transparantie: de overheid moet scherp kijken waarvoor algoritmes worden ingezet en dat helder uitleggen aan burgers.

In de poll waren de stemmen ook vrij eensgezind. Op de stelling “Voor het efficiënter aanpakken van de grote crises in Nederland zoals de asielcrisis en de energiecrisis moet de overheid vaker gebruikmaken van AI en algoritmes. Ook als dat betekent dat sommige mensen hierdoor onterecht de dupe worden,” werd 308 keer gestemd met 80% tegen en 8% voor. De stelling “Als de overheid algoritmes gebruikt in besluitvorming moet zij altijd een duidelijke uitleg verschaffen aan burgers die hiermee te maken krijgen over hoe het algoritme werkt en op welke gronden het besluit dus is genomen, ook als dit meer tijd en geld kost,” haalde 96% voorstemmen uit 309 totale stemmen en 0% tegen. Dat de overheid zelf kennis in huis moet hebben over de algoritmes die ze gebruikt stemde 93% voor.

Tot slot

Op cruciale momenten bleef het debat constructief: deelnemers erkenden elkaars zorgen en zochten naar combinaties van regulering, investering in alternatieven en versterking van kennis binnen de overheid. De avond toonde zowel de breedte van politieke zorgen over digitale macht als de verdeeldheid over instrumenten — van marktwerking en Europese samenwerking tot nationale interventies en verbodsbepalingen — maar bovenal de gedeelde conclusie dat digitalisering politiek méér gewicht moet krijgen. Die minister van digitale zaken moet er toch echt komen.

Mocht je dit artikel lezen voordat je het stemhokje in stapt en vind je digitalisering belangrijk, dan is het natuurlijk goed om op een persoon te stemmen met aandacht voor deze thematiek. Je kunt stemmen op de kandidaten uit het panel, of de nerd vote van Bert Hubert raadplegen met daarin meer kandidaten van (andere) partijen.

Gerelateerd