Door: Joost de Graaf

De online omgeving haalt niet altijd de beste elementen van onze samenleving naar boven. Doxing, online shaming of bedreiging, schadelijk gedrag in de digitale ruimte komt vaak voor, maar over wat we eraan moeten doen is veel onenigheid. We spraken met Wouter Nieuwenhuizen, onderzoeker bij het Rathenau Instituut, over de verschillende vormen van schadelijk gedrag online.

In het gesprek over hoe we de digitale ruimte zouden kunnen inrichten is het belangrijk om eerst vast te kunnen stellen wat er vaak mis gaat. Vorig jaar publiceerde het Rathenau Instituut haar rapport Online Ontspoord met als doel het in kaart brengen van immoreel en schadelijk gedrag op het internet. Wouter was een van de auteurs:

‘Wat we in het rapport hebben laten zien is dat mensen op het internet momenteel vaak kwetsbaar zijn om slachtoffer te worden van schadelijk gedrag maar ook om eventueel dader te zijn. Zowel bewust als onbewust. Vrij lang werd er gedacht dat we het internet wel op zijn beloop konden laten. Deels daardoor is er nu een situatie ontstaan waarin platformen heel veel te zeggen hebben over de vormgeving van digitale ruimtes. Hierbij moet je denken aan content moderatie maar ook het ontwerp van veel platformen kan schadelijk gedrag in de hand spelen.’

De online omgeving is niet zonder regels

Wouter: ‘Ik heb een respondent gesproken die aangaf dat als zij aangifte zou doen elke keer als zij racistisch bejegend zou worden op Twitter, zij elke dag wel naar het politiebureau kon. Dat is natuurlijk niet mogelijk. In het rapport hebben we daarom ook beschreven dat de overheid meer zou kunnen investeren in organisaties zoals Meldpunt Internetdiscriminatie. In 2020 kwamen daar een aantal honderd meldingen per jaar binnen, terwijl dit soort zaken waarschijnlijk veel vaker voorkomen.’’

‘’Toen we het rapport schreven viel het ons op dat als mensen aangifte deden van strafbaar gedrag, het opsporen van daders vaak ingewikkeld bleek. Hierdoor werden veel zaken niet behandeld. Dat kan voor slachtoffers heel onbevredigend zijn. Daarnaast, als men meer vanuit het slachtoffer redeneert, dan heeft vervolging niet altijd de hoogste prioriteit. In plaats daarvan zou er ook meer ruimte moeten zijn voor hulp. Dat vraagt om een andere aanpak.’’

Vooruit kijken

Het nut van het goed in kaart brengen van de digitale ruimte is dat het helpt om vooruit te kunnen kijken. Omdat de focus in de samenleving zich vaak richt op excessen, wordt veel over het hoofd gezien of vergeten. Midden in de coronacrisis was er veel aandacht voor complottheorieën op sociale media, momenteel gaat het veel over Russisch nepnieuws en oplichting met cryptovaluta. Als  er relatief weinig mensen last hebben van bepaalde problemen op het internet, zal er ook minder snel actie ondernomen worden. Door alleen te reageren op excessen zijn we als samenleving de gevolgen niet voor.

Het onderzoek maakt een onderscheid in 6 verschillende basisvormen van schadelijk en immoreel gedrag online. Sommige dingen zijn strafbaar, zoals hacking of bedreiging, maar andere zaken zoals complotdenken en shaming zijn dat niet. Wat ze gemeen hebben is dat elke vorm van gedrag kan leiden tot slachtoffers. Of het aanpakken van bepaalde vormen van schadelijk online gedrag meer prioriteit zou moeten hebben is lastig te zeggen volgens Wouter: ‘’Wat we wel hebben gezien is dat er in de maatschappij pieken in aandacht zijn. YouTtube heeft bijvoorbeeld de ‘prankvideo’s’ waarbij mensen fysieke schade zouden kunnen leiden een tijd geleden verboden. Aan de ene kant is dat uiteraard positief, maar als men het omdraait zou je kunnen stellen dat het eigenlijk best gek is dat dit soort dingen hiervoor blijkbaar wel gewoon mochten.’’

Taxonomie van immoreel en schadelijk gedrag online. Bron: Rathenau Instituut

Geen eenduidige oplossing

Mensen worden niet genoeg beschermd in de online omgeving. De mogelijke gevaren in kaart brengen is stap één, de vraag is hoe nu verder. Mechanismen zoals de mogelijkheid tot anonimiteit en de extreme personalisering van media zijn herkenbare eigenschappen van het internet die kunnen leiden tot negatief gedrag. Daarom zou een herziening van de online omgeving kunnen bijdragen aan een beter klimaat. Echter biedt dit geen magische antwoord op problemen die ook inherent zijn aan onze maatschappij zelf.

‘’Vaak wordt anonimiteit op het internet benoemd als de oorzaak van schadelijk gedrag. Omdat mensen onherkenbaar kunnen zijn, gedragen ze zich soms anders dan in de fysieke ruimte. Hierin zit zeker een kern van waarheid maar uit onderzoek blijkt ook dat mensen in ieder geval ook met naam en toenaam heel racistisch durven te zijn op Twitter, of mensen bedreigen op Facebook. Dat laat zien dat anonimiteit inperken nooit meer dan een deel van de oplossing kan zijn. Mensen rijden immers ook met een kenteken op hun auto en zijn daardoor altijd te traceren. Dat betekent niet dat ze niet verschrikkelijk domme dingen doen in het verkeerd die anderen kunnen schaden.’’

Ook binnen een gedecentraliseerd sociaal platform met duidelijke gedragsregels en normen zullen er excessen zijn. Uiteindelijk zou het doel ook niet moeten zijn om schadelijk gedrag helemaal te kunnen uitroeien. Dit zal lastig worden gezien het feit dat de digitale ruimtes nog steeds door mensen zullen worden gebruikt. Dat betekent niet dat streven naar een gezonder digitaal ecosysteem zinloos is. Want als het rapport ons iets leert, dan is het dat er nog een hoop ruimte voor verbetering is.

Het Rathenau Instituut zal op 18 mei om 13:00 aanwezig zijn bij de sessie How to guide the Metaverse, tijdens de PublicSpaces conferentie The Time is Now in Pakhuis de Zwijger.


Wouter Nieuwenhuizen is onderzoeker bij het Rathenau Instituut, dat zich bezighoudt met de impact van wetenschap, technologie en innovatie op de samenleving.Op dit moment richt Wouter zich op de maatschappelijke impact van de metaverse als nieuw concept waarin immersieve technologieën als VR en AR samenkomen. Daarvoor gaat hij met verschillende maatschappelijke partijen in gesprek, juist omdat techbedrijven nu volop investeren in de metaverse.