Vorige week nam Elon Musk met veel reuring het roer over bij Twitter. Direct begon dan ook voor velen de zoektocht naar een alternatief platform. De afgelopen dagen lijken veel mensen de weg naar Mastodon gevonden te hebben. De hashtag #mastodon is al dagen trending op Twitter en ook de aandacht van diverse media zoals Nu.nl, NRC, de Volkskrant en het FD motiveert een groot aantal om de stap te zetten. Maar wat is mastodon precies en wat kun je er allemaal mee als organisatie?

De server van Eugen Rochko

Mensen die nu op zoek gaan naar een alternatief voor Twitter en met Mastodon aan de slag willen, kunnen naar https://joinmastodon.org/. Hier vind je een overzicht van openbase Mastodon servers. Nieuwe gebruikers kunnen ook direct naar https://mastodon.social om een account aan te maken. Die laatste server is op dit moment verreweg de grootste server van het netwerk. De server wordt beheerd door de auteur van de software zelf (Eugen Rochko) en ondervindt zo nu en dan wat technische problemen door de grote toestroom van nieuwe gebruikers.

Sociaal netwerk?

In tegenstelling tot wat veel mensen denken is Mastodon zelf eigenlijk geen sociaal netwerk. Mastodon is namelijk de naam van een stuk open source software dat gebruikt kan worden om sociale netwerken mee te bouwen. Kleine platformen met een eigen bestuur en cultuur waarmee communities gevormd kunnen worden rondom een bepaald onderwerp of waardenstelsel. Omdat Mastdon gebruik maakt van een open protocol (ActivityPub) kunnen de verschillende platforms met elkaar praten. Die andere platformen kunnen daarvoor ook Mastodon (de software) gebruiken of ze kiezen een andere pakket dat zich bijvoorbeeld meer richt op het uitwisselen van video’s (PeerTube, een YouTube alternatief) of foto’s (PixelFed, een Insta alternatief). Doordat al deze software dezelfde taal spreekt ontstaat er één groot gefedereerd netwerk: Het Fediverse. Zo kan je op het Fediverse bijvoorbeeld met een Mastodon-account ook een video-kanaal van Beeld-en-Geluid volgen of kan je vanuit Mastodon reageren op een podcast van PublicSpaces.

The many branches of the Fediverse (axbom.com)

De Fediverse en een Fedi-strategie

Als je als (publieke) organisatie het Fediverse ook wilt gaan verkennen is een eerste stap natuurlijk om eens een account aan te maken op een bestaande openbare server. Leuk om eens te kijken hoe alles werkt, wat de dynamiek op het netwerk is en te verkennen wie of wat er allemaal actief is. Maar als de verkenningsfase voorbij is wordt het tijd voor een echte Fedi-strategie. Hoe kun je je op beste op het netwerk profileren? En hoe haal je daar het uiterste uit?

Willen we een alternatief voor Twitter (en andere te grote tech platforms) dan zullen we daarin moeten investeren. Met een gratis account op een – vaak door vrijwilligers beheerde – openbare server gaan we er niet komen. We moeten zelf ons stukje op het Fediverse claimen en daar verantwoordelijkheid voor nemen. Maar hoe doe je dat? Hoe pak je dat aan?

Om écht onderdeel te worden van het netwerk is het belangrijk om een eigen server op te richten. Niet alleen breidt je daarmee de capaciteit van het gehele netwerk uit, je hebt ook volledige controle over de identiteit van jouw organisatie en medewerkers op het Fediverse. Net als bij e-mailadressen krijgen mensen op het Fediverse een adres met een apenstaarje. En omdat jouw organisatie ook geen e-mails verstuurd met @gmail.com of @outlook.com e-mailadressen, wil je eigenlijk op het Fediverse ook gewoon je eigen domeinnaam. In plaats van het blauwe vinkje op Twitter is de domeinnaam van jouw organisatie daarmee een keurmerk dat aangeeft dat de bijbehorende accounts echt bij jouw organisaties horen. Onze eigen PublicSpaces server is bijvoorbeeld de vinden op https://social.publicspaces.net/. Door een handig trucje kunnen we ervoor zorgen dat onze accounts mooi eindigen op @publicspaces.net. Zo kan je op mastodon @publicspaces@publicspaces.net of @newsroom@publicspaces.net volgen.

Een eigen server opzetten is voor een gemiddelde IT-afdeling van een wat grotere organisatie vaak wel zelf te doen. Met een beetje kennis van Docker, DNS en een (virtuele) server kan je een mooie start maken. Zeker voor een eerste experiment is er vast wel iemand te vinden die daar zijn tanden in wil zetten. 

Is het allemaal toch een beetje teveel gevraagd om het helemaal zelf in eigen beheer te doen dan kan je ook uitwijken naar een van de vele bedrijven die het hosten van een Mastodon-server voor jouw organisatie willen doen. Neem bijvoorbeeld eens een kijkje bij Masto.host, Speacebear, Toot.io of je huurt gewoon een ervaren Mastodon admin in om het voor je te doen.

De touwtjes in eigen handen?

Met je eigen server kan je zelf bepalen wie welke handles gebruikt en je kunt een eigen gedragscode opstellen en daar een moderatiebeleid op toepassen. Als beheerder van je eigen server kun je ook zelf bepalen wie je toestaat de server te gebruiken. Alleen eigen medewerkers? Leden? Of wil je misschien een publieke server hosten? De keuze is aan jouw organisatie. Maar onthoudt wel: Hoe meer er wordt gepost via jouw server, hoe meer werk moderatie kan opleveren. Stel je de eigen server open voor iedereen, houdt er dan rekening mee dat moderatie ook echt een serieuze taak wordt en dat je daar mensen voor moet vrijmaken. Ja, dat kost tijd, maar daar krijg je controle en autonomie voor terug. 

Alhoewel je op je eigen server de baas bent en zelf kunt bepalen welke gedragsregels je opstelt is het wel goed om te beseffen dat jouw server deel uitmaakt van een groot Fediverse netwerk. Beheerders van andere servers kunnen de server van jouw organisatie ten alle tijden blokkeren. Mochten ze veel klachten binnenkrijgen van hun gebruikers over content die via jouw server wordt verspreid dan loop je de kans dat niet alleen een specifiek account van jouw server, maar zelfs de hele server wordt geblokkeerd. En andersom kan dat ook: Als je merkt dat er veel spam of ongewenste reacties binnenkomen van bepaalde servers, dan kan je de verbinding met die specifieke server gewoon verbreken. Maar met een beetje respect voor elkaar loopt dat vast allemaal wel los.

Bye Bye Big Tech

Heb je een eigen plek ingericht? Dan komt de grote vraag: wat gaan we hier doen? Om te starten: doe wat je ook op Twitter zou doen. Regelmatig posten, reageren op berichten en ga samen met de social-media afdeling (of stagair) en je (nieuwe) publiek op zoek naar een vorm die werkt. Daar is geen standaard recept voor. Het Fediverse is een nieuwe plek, waar nieuwe regels worden gemaakt. Stel je open op en zorg dat je flexibel bent. Serveer het alleen niet te snel af als iets dat geen tractie heeft of waar je publiek niet zit. Hierin heb je als organisatie ook zelf een belangrijke rol. Je moet het natuurlijk wel de moeite waard maken voor mensen om ernaar toe te gaan, een account aan te maken en jouw organisatie te gaan volgen. Be awesome!

Ook is het belangrijk dat je mensen laat weten dat er iets anders bestaat dan Twitter. Vermeld op je websites waar ze jouw organisatie kunnen volgen op het Fediverse, publiceer over de belangrijke accounts die je onder de aandacht wilt brengen en gebruik al je bestaande kanalen (ja ook Twitter) om mensen te laten zien dat je ook actief bent op een netwerk dat niet beheerd en beheerst wordt door Big Tech.

Dit is het moment om te laten zien dat social media op een andere manier kán. Er is momentum dus grijp het aan. Veel mensen zijn NU op zoek naar een alternatief dus laten we het samen bouwen! Alleen samen redden we immers het internet.

Wil jij met jouw organisatie ook het Fediverse verkennen, maar weet je niet waar te beginnen? Neem contact op met PublicSpaces of stel je vraag in de VraagBaak of contact ons via @publicspaces@publicspaces.net, bijvoorbeeld via Mastodon.